Dit huis moet ook het eigendom geweest zijn van het Kapittel der Bossche St. Janskerk, vermits het in 1615 werd bewoond door mr. Joost Vos (of Vossius) priester, cantor en kanonik-graduaal der gezegde kerk en het bij de reductie van den Bosch in 1629 eveneens als geestelijk goed ten behoeve van den Staat werd verbeurd verklaard.
Heer en mr. Jan Degens Heymanszn, kanonik der meer-
| 570 |
gezegde kerk, verleende in 1576 (Reg. n°. 225 f. 557) eene grondrente uit dit huis, dat toen gezegd werd te zijn: huis, erf, poort en achterhuis, staande bij het St. Janskerkhof op den Papenhuls tusschen de Decanye dier kerk ex uno en de Loedse van de Kerkfabriek dier kerk ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf dier Kerkfabriek. Hetzelfde deed 8 Aug. 1615 (Reg. n°. 315 f. 434) genoemde mr. Joost Vos; de Loedse heette toen de Loigie en gezegd erf der kerkfabriek werd alstoen gezegd het erf van het Groot Begijnhof te zijn. Meergenoemde Vos vermaakte dit huis aan zijnen broeder Peter Janszn Vos, schepen van Nederwetten, die het 29 Juni 1630 (Reg. n°. 366 f. 289) verkocht aan Cornelis van Montfoort 1), woonachtig te Utrecht; waarschijnlijk zal deze verkoop, als zijnde een verkoop van als geestelijk aan den Staat vervallen goed, ongedaan gemaakt zijn, althans Pieter Schuyl, in zijne hoedanigheid van rentmeester der geestelijke goederen binnen de stad den Bosch en het Kwartier van Maasland, verkocht 2 Jan. 1653 (Reg. n°. 403 f. 137 vso) het hierbedoeld huis, dat toen gezegd werd te zijn: eene huysinge, poirte, hoff, erve, ledige plaetse ende achterhays, staande achter het koor der St. Janskerk tusschen het huis van Gerard van Dyck ex uno en het erf der genoemde kerk, genaamd in de logie ex alio, en strekkende mette eenen eynde voor van de gemeyne straet ende metten anderen eynde achterwaerts op sekere graff aldaer, - aan mr. Arnout de Raet, president van de Leen- en Tolkamer te 's Hertogenbosch, overleden 2 October 1702 en in de Protestantsche kerk te Waalwijk met zijne zestien kwartieren begraven; hij was zoon van Dirk de Raet, burgemeester van Zalt-Bommel en Elisabeth Loeff; zijne vrouw was Maria Isabella Vloots, erfdochter van der Voort 2), gestorven 16 December 1662, dochter
| 571 |
van Johan, raad en rentmeester van den Bosch en Johanna van Kessel genaamd Massereel. Mechteld Canters weduwe van Martinus Ackersdyck, den man van het Memoriaal, waaraan wij reeds zoo menige bijzonderheid over de geheime Katholieke bedehuizen ontleenden, won het hierbedoeld huis 19 Januari 1677 (Reg. n°. 495 f. 103) gerechtelijk uit; kooper werd toen daarvan Jacob Zybert van Zyburch , raad van den Bosch en drossaard der heerlijkheid St. Michiels-Gestel; het werd alstoen omschreven als: een huis met tuin, plaats, poort en achterhuis, gelegen omtrent het Kerkhof der St. Janskerk naast het erf der Fabriek van die Kerk, gemeynelijck genoemt de Lootse. Thomas van Beresteyn, rentmeester der geestelijke goederen in het Kwartier van Kempenland en raad van den Bosch, in zijne hoedanigheid van voogd over de drie onmondige kinderen van genoemden van Zyburch en diens vrouw Amelia Bruart; Amelia Margaretha en Thomasina Henrica Zybert van Zyburch, kinderen alsvoren en jonker Carel Ferdinand Ulleressi, baron de Swartenhoff, luitenant-kolonel en vice-kommandant van Leopolstadt, als gehuwd met ... Zybert van Zyburch, ook dochter alsvoren, verkochten 17 Maart 1689 (Reg. n°. 505 f. 160 vso) voormeld huis aan Gysbert van Beresteyn; het werd toen omschreven als: „eene schoone en welgelegen huyssinge, ledige plaetsche, poortte, hoff, achterhuys, gestaen aen de St. Janskerck, genoemt de Coorstraet, neffens erve, toebehoorende de fabriek der voors. kercke, gemeenl. genoempt de Loodse ex uno ende neffens erve, toebehoorende de diaconye 3) der voors. kerck, ex alio, sijnde die huyssinge thans in gebruyck by den predikant Martini." Van Gijsbert van Beresteyn, die schepen van den Bosch en ontvanger der verpondingen over het Kwartier van Maasland was en 1 December 1701 te den Bosch ongehuwd overleed, erfden dit huis zijn genoemde broeder Thomas van Beresteyn, heer van Maurick, kapitein, schepen van den Bosch en rentmeester der geestelijke goederen in de Kwartieren van Kem-
| 572 |
penland en Oisterwijk en van het Kapittel van Oirschot en zijne zuster Johanna van Beresteyn, die huwde met 1° Frederik Godert van Dorp, cornet der Cavalerie; 2° Johan van Goor, luitenant-kolonel der Cavalerie; deze erfgenamen verkochten dat huis 2 Mei 1702 (Reg. n°. 514 f. 380) aan Anthony Martini, professor aan de Illustreschool en predikant te den Bosch; het werd toen omschreven als: „een schoone, nieuw getimmerde ende welgelege huys, erve, hoff ende achterhuys in de Choorstraat tegenover de Groote Kerck, naast het huys ende erve van de Fabriek dier Kerck ex uno ende naast het huys ende erve van Wouter de Roy, notaris en procureur te den Bosch ex alio, strekkende van de Choorstraat tot op het erve van gezegde Kerkfabriek". Anthony Martini voornoemd kocht bij dit goed 13 Maart 1717 (Reg. 533 f. 16 vso) van de Kerkmeesters der St. Janskerk nog een gedeelte van een oude lootse der Groote Kerke met een stukje plaats, staande achter zijn huis tusschen het erf dier kerk ex uno en het erf van Johan van der Linden ex alio, strekkende van zijn achterhuis met het eene eind tot aan het erf van het Groot Begijnhof met het ander einde. De vrouw van genoemden Martini was Geertruid Buys, die hem schonk eenen zoon Hendrik Bernhard Martini, aan wien hij in 1716 dit huis afstond in mindering van diens filiale portie. Genoemde Hendrik Bernhard Martini was president-schepen te den Bosch en gehuwd met Anna Maria Emilia van Schagen, die dit huis van hem erfde; zij stierf te den Bosch 23 April 1790, waarna van haar dit huis erfden hare kleinkinderen: Anna Maria Emilia Martini, (dochter van haren zoon mr. Anthony Martini, raad en pensionaris van den Bosch en Eva Maria Buys) en echtgenoote van mr. François Andries de Jonge, raadsheer in het Gerechtshof van Noordbrabant 4); mr. Hendrik Bernard Martini, eigenaar van Ouwerkerk onder Vught, directeur van 's Rijksbelastingen te den Bosch en zoon van laatstgenoemde echtelieden Martini-Buys; mr. Paulus Hubert Martini | 573 |
Buys, vice-president der Rechtbank te Amsterdam, zoon dierzelfde echtelieden; en Sebilla Martini, echtgenoote van Daniel Gerard van der Burgh, heer van Kronenburg en Loenen, wonende te Utrecht, die eene dochter van meerbedoelde echtelieden Martini zal geweest zijn; zij verkochten dit huis in 1816 aan Adrianus van der Kallen, metselaar en Hendrikus Dieden, timmerman te den Bosch, die het wederom verkochten aan voornoemden Everardus van Grinsven, van wien het erfde zijne ook reeds genoemde dochter Catharina van Grinsven. Deze verkocht 5 Augustus 1843 aan het 7 Juli 1820 door de liefdezusters Anna Catharina van Hees, Catharina Appelboom, en Magdalena Lauwaars, door genoemde Catharina van Grinsven en Petronella Dymphna Coppens met behulp van J.A. Heeren, kapelaan der St. Jacobskerk te den Bosch, opgericht zedelijk lichaam, genaamd „Vereeniging van vrouwen tot het geven van onderwijs" de huizen en erven, die zij als voormeld aan de Choorstraat te den Bosch had staan. Dat zedelijk lichaam, hetwelk thans heet: „In omnibus charitas", deed daarop al die huizen afbreken en bouwde daarvoor het tegenwoordig huis van liefde in de Choorstraat in de plaats. | 574 |
Noten | |
1. | Mr. Laureyns van Montfort, ruiterman in Spaanschen dienst te Groenlo en chirurgijn te den Bosch, had deze zonen: Raphael, die in 1623 voor Schepenen van den Bosch compareerde, Johan, die in dat jaar leefde en mr. Cornelis van Montfort, chirurgijn. |
2. | De Voort was eene hoeve lands, gewoonlijk genoemd de heerlijkheid Van der Voort, en ongeveer 10 bunders groot; met eene daarbij behoorende wildernis was zij gelegen onder Drunen. |
3. | Met diaconye is hier bedoeld de Decanie. |
4. | Door koop werd hij heer van Zwijnsbergen onder Helvoirt. |